Hof Arnhem-Leeuwarden oordeelt dat X vergeefs klaagt over het per 1 januari 2024 ingevoerde cessieverbod, waardoor uitbetaling van vergoedingen uitsluitend mag plaatsvinden op een bankrekening die op naam staat van X. Hierover kan alleen de civiele rechter een oordeel vellen.
X doet BPM-aangifte voor een Hyundai Tucson 1.7 CRDi HP Premium met schade. Volgens het taxatierapport is de schade € 7200, waarvan 100% is afgetrokken. Bij hertaxatie door Domeinen wordt slechts een aftrek van € 200 (83% van € 240) geaccepteerd. In geschil is de naheffingsaanslag van € 2057. Volgens X moet bij de Eurotaxglass’s koerslijstwaarde alsnog rekening worden gehouden met de bijstellingen marktsituatie (10%) en dealersituatie (5%). Volgens Rechtbank Noord-Nederland zijn die bijstellingen zonder afzonderlijk bewijs toegestaan (zie HR 15 november 2019, 18/00246, V-N 2019/57.15). X maakt niet aannemelijk dat er een hogere waardevermindering dan € 200 is. De aanslag wordt verlaagd tot € 1924, zodat X een proceskostenvergoeding krijgt van in totaal € 1297 en een griffierechtvergoeding. Voor de proceskostenvergoeding in beroep is wegingsfactor 0,5 toegepast, omdat X de bijstellingen voor de markt- en dealersituatie ook al in de bezwaarfase aan de orde had kunnen stellen. Wegens het overschrijden van de redelijke termijn krijgt X een immateriële schadevergoeding van € 1000. X gaat in hoger beroep.
Hof Arnhem-Leeuwarden oordeelt dat X vergeefs klaagt over het per 1 januari 2024 ingevoerde cessieverbod, waardoor uitbetaling van BPM-procesvergoedingen uitsluitend mag plaatsvinden op een bankrekening die op naam staat van X. Hierover kan alleen de civiele rechter een oordeel vellen. Gelet op HR 12 juli 2024, ECLI:NL:HR:2024:1060, V-N 2024/33.18 heeft de rechtbank een te lage proceskostenvergoeding voor de bezwaarfase toegekend. De bezwaarkostenvergoeding wordt vastgesteld op € 1248, zijnde 2 punten voor bezwaarschrift en hoorgesprek, met wegingsfactor 1 en een waarde per punt (2024) van € 624. De proceskostenvergoeding voor het beroep in eerste aanleg wordt verhoogd tot € 1750, zijnde 2 punten voor beroepschrift en zitting, met een waarde per punt van € 875 (tarief 2024) en wegingsfactor 1. Bij de rechtbank was namelijk de hoogte van de naheffingsaanslag in volle omvang in geschil. Voor het hoger beroep krijgt X een met 50% gematigde proceskostenvergoeding van € 875, omdat het enkel op ondergeschikte geschilpunten ten aanzien van de proceskosten gegrond is.
Wetsartikelen:
Algemene wet bestuursrecht 8:75
Algemene wet bestuursrecht 7:15
Wet op de belasting van personenauto's en motorrijwielen 1992 10
Wet op de belasting van personenauto's en motorrijwielen 1992 19
Instantie: Hof Arnhem-Leeuwarden
Rubriek: Fiscaal bestuurs(proces)recht
Editie: 24 september
Informatiesoort: VN Vandaag