Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat belastingen en verkeersboetes geen verplichte bijdragen zijn die als gift in aftrek kunnen worden gebracht.
De inspecteur legt de aanslagen IB/PVV 2017 t/m 2020 van X op overeenkomstig zijn ingediende aangiften. In 2022 verzoekt X voor die jaren om aftrek van uitgaven voor giften. De als periodieke giften opgevoerde bedragen bestaan uit verschuldigde dan wel betaalde belastingen, toeslagen, verkeersboetes en facturen van de KvK. De inspecteur neemt dit verzoek van X in aanmerking als bezwaren tegen de aanslagen. Hij verklaart de bezwaren niet-ontvankelijk en wijst de daaropvolgende verzoeken om ambtshalve vermindering af. In geschil is of de giftenaftrek terecht is geweigerd.
Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat belastingen en verkeersboetes geen verplichte bijdragen zijn waar geen tegenprestatie tegenover staat. Ten aanzien van de betalingen aan de KvK is alleen al geen sprake van een gift omdat hier een tegenprestatie tegenover staat in de vorm van de verstrekking van de gevraagde uittreksels. Voor de opgevoerde bedragen aan belastingen, toeslagen, heffingen en verkeersboetes geldt dat deze niet uit vrijgevigheid zijn gedaan, maar dat het wettelijke verplichtingen betreffen. De inspecteur heeft de giftenaftrek terecht geweigerd. Het beroep is ongegrond.
Wetsartikelen:
Wet inkomstenbelasting 2001 6.33
Instantie: Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Rubriek: Inkomstenbelasting
Editie: 25 maart
Informatiesoort: VN Vandaag