Belanghebbende, X, is in de periode 1 maart 1999 tot 31 januari 2003 werkzaam bij accountantskantoor A. Na beëindiging van het dienstverband vordert X in een civiele procedure € 10.264 van A. Dit is het verschil tussen de ontbindingsvergoeding van € 45.434 waarop X aanspraak maakt, verminderd met € 35.170 die X aan A moet betalen voor het overnemen van cliënten. De vordering wordt toegewezen. In zijn aangifte ib/pvv voor het jaar 2008 geeft X het bedrag van € 10.264 aan als winst uit onderneming. De aanslag is conform de ingediende aangifte opgelegd. In zijn aangifte ib/pvv voor het jaar 2012 brengt X een bedrag van € 35.170 als afschrijving goodwill ten laste van zijn winst uit onderneming. De inspecteur accepteert deze aftrek niet. Het beroep van X wordt ongegrond verklaard. X komt in hoger beroep.
Hof Arnhem-Leeuwarden leidt uit het relatiebeding af dat X het bedrag van € 35.170 verschuldigd was als tegenprestatie voor het recht om werkzaamheden te mogen verrichten voor voormalige cliënten van de werkgever (de goodwill). Dat brengt mee dat deze betaling niet is aan te merken als een boete of schadevergoeding aan de werkgever, maar als een tegenprestatie voor de verkrijging van de goodwill. Dit bedrag is dan ook niet aan te merken als negatief loon. X heeft in het jaar 2008 € 45.434 aan loon genoten en hij heeft dat jaar een recht met een waarde van € 35.170 ingebracht in zijn ondernemingsvermogen. X heeft de fiscale gevolgen van een en ander in de jaarrekening van zijn onderneming en in zijn aangifte verwerkt door geen bedrag in aanmerking te nemen als loon uit dienstbetrekking, maar wel de winst van zijn onderneming te verhogen met ( € 45.434 - € 35.170 =) € 10.264. Met deze handelwijze heeft X in feite het genoten loon in de winst begrepen en de waarde van de goodwill ten laste van de winst gebracht. Daaruit volgt volgens het hof dat de boekwaarde van de goodwill ultimo 2008 nihil bedroeg, zodat daarop in latere jaren niet meer kon worden afgeschreven. Gevolg is dat X in het jaar 2012 geen bedrag meer ten laste van de winst kan brengen. Het hoger beroep is ongegrond.
Wetsartikelen:
Wet inkomstenbelasting 2001 3.8
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Inkomstenbelasting
Instantie: Hof Arnhem-Leeuwarden
Editie: 29 september