Hof 's-Hertogenbosch oordeelt dat sprake is van verkapte winstuitdelingen door A BV aan X omdat de overeengekomen licentieovereenkomst onzakelijk is wat betreft de overeengekomen licentievergoeding. De zakelijke vergoeding wordt vastgesteld op 10% van de omzet voor de jaren 2007-2013.
De aandelen A BV worden gehouden door belanghebbende, X. Naar aanleiding van een boekenonderzoek legt de inspecteur een VPB-navorderingsaanslag 2007 op aan A BV, omdat een door A BV betaalde licentievergoeding volgens hem onzakelijk is. Daar gaat de inspecteur ook vanuit bij het opleggen van de VPB-(navorderings)aanslagen 2008-2015. Bij het opleggen van deze aanslagen voert de inspecteur nog diverse andere correcties door, omdat in zijn ogen geen sprake is van zakelijke uitgaven. Deze posten neemt de inspecteur vervolgens als uitdelingen in aanmerking bij X. X is het hier niet mee eens. Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat de inspecteur de correcties in verband met de licentievergoedingen niet aannemelijk heeft gemaakt volgens de gewone regels van stelplicht en bewijslast. Omdat X niet de vereiste aangiften heeft gedaan moet de bewijslast worden omgekeerd en verzwaard. De correcties in verband met de licentievergoedingen zijn dan niet onredelijk en X heeft niet doen blijken dat de IB-navorderingsaanslagen over de jaren 2008-2010 verder verminderd moeten worden dan de inspecteur heeft bepleit. Voor de meeste van de overige correcties geldt dat deze terecht als winstuitdeling bij X in aanmerking zijn genomen.
Hof 's-Hertogenbosch oordeelt dat sprake is van verkapte winstuitdelingen door A BV aan X omdat de overeengekomen licentieovereenkomst onzakelijk is wat betreft de overeengekomen licentievergoeding. De zakelijke vergoeding wordt vastgesteld op 10% van de omzet voor de jaren 2007-2013. Vanaf 2014 bedraagt de zakelijke vergoeding nihil omdat voor die jaren geen facturen zijn uitgereikt en er ook geen betalingen hebben plaatsgevonden. Het hof verwijst hierbij naar de uitspraak in de zaak van A BV (23 oktober 2024, ECLI:NL:GHSHE:2024:3305). De uitgaven zijn voor het grootste gedeelte gedaan ter bevrediging van de persoonlijke behoeften van de aandeelhouder. Het hof vermindert diverse (navorderings)aanslagen.
Wetsartikelen:
Algemene wet inzake rijksbelastingen 27e
Wet inkomstenbelasting 2001 4.13
Instantie: Hof 's-Hertogenbosch
Rubriek: Fiscaal bestuurs(proces)recht, Inkomstenbelasting
Editie: 25 februari
Informatiesoort: VN Vandaag