Hof ’s-Hertogenbosch oordeelt dat pas eind 2014 aannemelijk is dat facturen niet meer betaald worden. Dat beherend vennoot facturen betaalde is niet relevant.
Cv X is projectontwikkelaar en sluit voor project H een financieringsovereenkomst met hypotheekrecht. In 2013 staakt X de ontwikkeling en verleent aan de hypoheeknemer volmacht tot verkoop van het perceel. Verder betaalt X een aantal facturen met vervaldatums in 2011, 2012 en 2013 niet. De inspecteur legt voor de tijdvakken van 1 januari 2013 tot en met 31 december 2015 op 25 juni 2016 naheffingsaanslagen op voor het terugbetalen van in aftrek gebrachte voorbelasting. X is van mening dat eind 2012 aangenomen mocht worden dat de facturen niet meer betaald zouden worden en gaat in hoger beroep.
Hof ’s-Hertogenbosch oordeelt dat de inspecteur terecht concludeert dat er pas eind 2014 van uit kon worden gegaan dat de facturen niet meer betaald zouden worden. Belanghebbende heeft in dezelfde periode een groot deel van de facturen wel voldaan en slaagt er niet in aannemelijk te maken dat voor de niet betaalde facturen al kon worden aangenomen dat deze niet meer betaald zouden worden. Het feit dat de betaalde facturen door beherend vennoot G zijn voldaan en niet door X doet hieraan geen afbreuk. Het hoger beroep is ongegrond.
Lees ook het thema Recht op aftrek van de btw; wanneer en hoeveel? Kijk ook een video over dit onderwerp op TaxVisions.nl.
Wetsartikelen:
Wet op de omzetbelasting 1968 15
Wet op de omzetbelasting 1968 29