Hof Den Haag oordeelt, in navolging van de rechtbank, dat de naheffingsaanslag parkeerbelasting ten onrechte is opgelegd, omdat X onverwijld en ononderbroken uitvoeringshandelingen gericht op de betaling verrichtte.

Aan X is een naheffingsaanslag parkeerbelasting opgelegd. De heffingsambtenaar van Vlaardingen verklaart het bezwaar ongegrond. De parkeercontroleur heeft om 12:07:34 uur een naheffingsaanslag opgelegd. Er zijn foto’s van de auto gemaakt om 12:07 en 12:08 uur. X heeft het parkeren via Parkmobile aangemeld om 12.09 uur, vanuit het kantoor van zijn advocaat, op 70 meter afstand, waar hij een afspraak had. De rechtbank beschouwt de zaak als een bewijsprobleem en vernietigt de naheffingsaanslag. De heffingsambtenaar komt in hoger beroep. In hoger beroep stelt X dat hij meteen na het parkeren, nog zittend in zijn auto, heeft geprobeerd het kenteken van de auto aan te melden. Toen dat niet lukte, is hij, omdat het eerder op die manier ook goed was gegaan, meteen naar het kantoor van zijn advocaat gelopen, waar het aanmelden wel lukte.

Hof Den Haag oordeelt dat de naheffingsaanslag ten onrechte is opgelegd. Het hof is van oordeel dat X vanaf de aanvang van het parkeren onverwijld en ononderbroken handelingen heeft verricht gericht op het betalen van de verschuldigde parkeerbelasting. Dat hij naar het kantoor van zijn advocaat is gelopen, maakt dat niet anders, aangezien hij dat deed met het primaire oogmerk om aldaar de parkeerapp in werking te stellen. Gedurende de betalingshandeling is niet vereist dat de parkeerder zich steeds zichtbaar bij de auto moet opstellen. Het hoger beroep van de heffingsambtenaar is ongegrond.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Gemeentewet 225

Instantie: Hof Den Haag

Rubriek: Belastingen van lagere overheden

Editie: 19 juni

Informatiesoort: VN Vandaag

662

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen