Advocaat-generaal Ćapeta concludeert dat voor Novo Nordisk onvoldoende duidelijk is dat de wettelijke betalingsverplichting een belasting is en niet kan worden behandeld als een prijsvermindering. Verder is ook voldaan aan alle eisen die gelden voor het in aanmerking nemen van de betaling als een prijsvermindering.
Het Deense Novo Nordisk AS houdt zich bezig met de vervaardiging en distributie van farmaceutische producten in Hongarije. Novo Nordisk sluit een overeenkomst met NEAK, een Hongaarse publieke zorgverzekeraar. Op grond van deze overeenkomst, en de Hongaarse wetgeving, betaalt Novo Nordisk een bedrag dat afhangt van het verkoopvolume van door de overheid gefinancierde geneesmiddelen, en daarnaast nog een bedrag in verband met een wettelijke betalingsverplichting. Novo Nordisk brengt deze bedragen in aftrek op de heffingsmaatstaf voor de BTW. De Hongaarse Belastingdienst accepteert uiteindelijk het bedrag met betrekking tot het verkoopvolume, maar niet het bedrag met betrekking tot de wettelijke betalingsverplichting, omdat dit geen prijsvermindering is maar een bijzondere belasting. De Hongaarse rechter stelt een prejudiciële vraag in deze zaak.
Advocaat-generaal Ćapeta concludeert dat voor Novo Nordisk onvoldoende duidelijk is dat de wettelijke betalingsverplichting een belasting is en niet kan worden behandeld als een prijsvermindering. Verder is ook voldaan aan alle eisen die gelden voor het in aanmerking nemen van de betaling als een prijsvermindering. De A-G plaatst daarbij nog wel een kanttekening: een lidstaat kan op een explicietere manier een fiscale maatregel vaststellen ter verwezenlijking van een vergelijkbare doelstelling van financiering van het nationale volksgezondheidsbeleid.
Instantie: Hof van Justitie van de Europese Unie
Rubriek: Omzetbelasting, Europees belastingrecht
Editie: 7 juni
Informatiesoort: VN Vandaag