De wrakingskamer van Hof 's-Hertogenbosch oordeelt dat de betrokkenheid van twee rechters bij een andere vergelijkbare beroepsprocedure geen reden kan zijn voor wraking.

Belanghebbende, X, wordt in een hoger beroepsprocedure tegen (navorderings)aanslagen bijgestaan door een gemachtigde. Op de zitting besluit deze gemachtigde een wrakingsverzoek in te dienen voor twee van de drie rechters die de zaak behandelen. De gemachtigde voert aan dat deze rechters in een vergelijkbare zaak die hij voor een andere cliënt heeft behandeld, uitspraak hebben gedaan over de vraag of de microfiches (met gegevens van rekeninghouders bij KB Lux) door de Nederlandse Belastingdienst op rechtmatige wijze zijn verkregen (zie Hof 's-Hertogenbosch 4 december 2014, nrs. 13/01176 tot en met 13/01196, V-N Vandaag 2014/2658).

De wrakingskamer van Hof 's-Hertogenbosch oordeelt dat de betrokkenheid van twee rechters bij een vergelijkbare beroepsprocedure geen reden kan zijn voor wraking. Het hoort tot de normale, wettelijke taak van de rechter, die heeft te beslissen over geschillen die aan hem zijn voorgelegd, slechts te oordelen op de grondslag van hetgeen in die zaak naar voren is gebracht en bij gelegenheid van het onderzoek in die zaak is gebleken, en daarbij hetgeen hij heeft beslist in andere zaken tussen andere partijen buiten beschouwing te laten (vergelijk HR 20 april 2004, NJ 2005, 241). In de zaak die heeft geleid tot de uitspraak van 4 december 2014 was X geen partij en is geen oordeel gegeven over de aan X opgelegde (navorderings)aanslagen. De twee rechters staan vrij in de belastingzaken van X en zijn op generlei wijze gebonden aan hetgeen in de eerdere zaak is onderzocht en beslist.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Algemene wet bestuursrecht 8:15

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Bronbelasting

Instantie: Hof 's-Hertogenbosch

Editie: 19 mei

3

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen