Aan belanghebbende, X, wordt een bedrag van € 1,50 aan leges in rekening gebracht in verband met het maken van kopieën in het kader van een verzoek op grond van de Wet openbaarheid van bestuur (hierna: WOB). In geschil is of deze leges terecht zijn opgelegd.
Rechtbank Gelderland verbindt geen consequenties aan het bevoegdheidsgebrek bij de heffing van WOB-leges. De leges zijn ten onrechte bij X in rekening gebracht door het College van B&W in plaats van de heffingsambtenaar. Laatstgenoemde persoon heeft echter in de uitspraak op bezwaar de beslissing van het college aan een inhoudelijke beoordeling onderworpen. Daarmee is het bevoegdheidsgebrek hersteld. Vanwege een onjuist dictum in de uitspraak op bezwaar (gedeeltelijk gegrond in plaats van ongegrond) is het beroep van X echter wel gegrond. De grieven van X tegen de WOB-leges treffen voor het overige geen doel, zodat de leges in stand blijven. De rechtbank kent een proceskostenvergoeding toe rekening houdend met een wegingsfactor van 0,25.
Wetsartikelen:
Algemene wet bestuursrecht 6:22
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Belastingen van lagere overheden
Instantie: Rechtbank Gelderland
Editie: 2 september