De heer X is houder van een personenauto, merk Land Rover, waarvan het kenteken is geschorst. Ondanks de schorsing wordt in april en juni 2011 gebruik van de weg met deze auto geconstateerd. In augustus 2011 doet X aangifte wegens diefstal van het kentekenbewijs en de kentekenplaten. De diefstal zou kort daarvoor zijn gepleegd. In geschil is de naheffingsaanslag motorrijtuigenbelasting van € 1.492 en de 100% verzuimboete. Rechtbank Oost-Nederland stelt de inspecteur in het gelijk. X gaat in hoger beroep. Hof Arnhem-Leeuwarden oordeelt dat de inspecteur met foto's van de waarnemingen waarop duidelijk het kenteken is te herkennen aannemelijk maakt dat tijdens de schorsing met de auto is gereden. Anders dan waarvan de rechtbank lijkt te zijn uitgegaan, rust de bewijslast in deze op de inspecteur. X stelt vergeefs dat de auto door een technisch mankement niet kon rijden. Uit de door X overgelegde kopieën van facturen van diverse garages blijkt de km-stand namelijk ‘op te lopen'. Het beroep van X is ook voor het overige ongegrond.
Wetsartikelen:
Wet op de motorrijtuigenbelasting 1994 37
Wet op de motorrijtuigenbelasting 1994 35
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Belastingheffing van motorrijtuigen, Belastingrecht algemeen
Instantie: Hof Arnhem-Leeuwarden
Editie: 2 oktober