Rechtbank Noord-Nederland vernietigt de aan X opgelegde vergrijpboetes. Er is sprake van opzet, terwijl de inspecteur de boetes wegens grove schuld heeft opgelegd.
X oefent in de vorm van een maatschap een accountants- en belastingadvieskantoor uit. Naar aanleiding van een boekenonderzoek worden over de jaren 2014-2016 naheffingsaanslagen omzetbelasting opgelegd. Daarnaast worden vergrijpboetes opgelegd op grond van de kwalificatie grove schuld. X komt in beroep tegen de boetebeschikkingen.
Volgens Rechtbank Noord-Nederland volgt uit de arresten van de Hoge Raad dat in het verwijt van opzet niet tevens het verwijt van grove schuld besloten ligt. Opzet en grove schuld zijn nadrukkelijk van elkaar te onderscheiden kwalificaties, elk met een geheel eigen toetsingskader. Nu de inspecteur in deze procedure alleen heeft gesteld dat het aan grove schuld van X is te wijten dat te weinig omzetbelasting op aangifte is voldaan, moet alleen beoordeeld worden of de inspecteur bewezen heeft dat daarvan sprake is geweest. Mocht de inspecteur erin slagen te bewijzen dat er sprake is geweest van opzet, houdt dat niet in dat daarmee ook het bewijs van grove schuld is geleverd. Volgens de rechtbank heeft de inspecteur zijn stelling dat het aan de grove schuld van X is te wijten dat zij te weinig omzetbelasting op aangifte heeft voldaan, niet bewezen. De beroepen zijn gegrond en de boetes worden vernietigd.
Lees ook het thema Verzuim- en vergrijpboetes: Een kwestie van verschil
Wetsartikelen:
Algemene wet inzake rijksbelastingen 67f
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Fiscaal bestuurs(proces)recht
Instantie: Rechtbank Noord-Nederland
Editie: 21 december