Belanghebbende, de heer X, is gehuwd met mevrouw Y. Samen hebben ze twee kinderen. Sinds 1996 hebben X en Y een woning in eigendom. X is 100% aandeelhouder van twee in Nederland gevestigde bv's en 75% aandeelhouder van H GmbH. Medio 2004 vertrekt X officieel naar Zwitserland. Vanaf april 2007 woont X weer officieel in de eigen woning in Nederland. In geschil is de IB-aanslag over 2006. De inspecteur stelt dat X in 2006 in Nederland woonde en € 175.000 als regulier voordeel uit aanmerkelijk belang heeft genoten
Rechtbank Gelderland oordeelt dat de inspecteur zich terecht beroept op een stuk dat door de FIOD is gekregen door de fax van een mede-verdachte advocaat af te tappen. Het stuk maakt namelijk geen deel uit van de zogenaamde geheimhoudersgesprekken en het verschoningsrecht van de advocaat is er dus niet mee geschonden. Het stuk behelst een overeenkomst van dading op grond waarvan € 175.000 aan X is uitbetaald. De vergoeding betreft een provisie voor de verkoop van onroerend goed in België. X stelt vergeefs dat de vergoeding verband houdt met de liquidatie van H GmbH. De inspecteur maakt ook aannemelijk dat X in Nederland is blijven wonen, aangezien het middelpunt van zijn levensbelangen daar is gebleven. X verbleef namelijk slechts doordeweeks in Zwitserland en was in het weekend gewoon bij zijn gezin. Het beroep van X is ongegrond.
Wetsartikelen:
Wet inkomstenbelasting 2001 4.13
Algemene wet inzake rijksbelastingen 4
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Bronbelasting, Inkomstenbelasting
Instantie: Rechtbank Gelderland
Editie: 11 oktober