Advocaat-generaal Pauwels concludeert dat het hof de bewijslast omtrent het aanvoeren van weigeringsgronden correct heeft verdeeld. De A-G merkt daarbij op dat niet X BV, maar de inspecteur belang heeft bij toepassing van art. 3.20 en/of 3.21 Regeling Wfsv.

X BV exploiteert een uitzend- en detacheringsbureau. Bij naheffingsaanslagen loonheffingen over de tijdvakken 2014 tot en met 2017 is een deel van de door X BV in aanmerking genomen premiekorting oudere werknemer gecorrigeerd. In hoger beroep is in geschil wat het aanvangsmoment voor de premiekortingsperiode is. Volgens X vangt de premiekortingsperiode aan bij de aanvang van de latere nieuwe dienstbetrekking, volgens de inspecteur is hiervoor de eerste dienstbetrekking relevant. Hof Amsterdam oordeelt dat, als aan de voorwaarden van de premiekorting wordt voldaan, noch de wettekst, noch doel en strekking van die korting zich ertegen verzetten dat een latere nieuwe dienstbetrekking dient als start voor de premiekortingsperiode. Verder ligt het volgens het hof niet op de weg van de werkgever, maar is het aan de inspecteur om aannemelijk te maken dat er geen gronden zijn om de premiekorting te weigeren. Het hof verklaart het hoger beroep van X BV gegrond. De staatssecretaris gaat in cassatie en stelt dat het hof de bewijslastverdeling verkeerd heeft verdeeld.

Advocaat-generaal Pauwels concludeert dat het hof de bewijslast omtrent het aanvoeren van weigeringsgronden correct heeft verdeeld. De A-G merkt daarbij op dat niet X BV, maar de inspecteur belang heeft bij toepassing van art. 3.20 en/of 3.21 Regeling Wfsv. Nu de inspecteur zich op het rechtsgevolg van art. 3.20 en/of 3.21 Regeling Wfsv beroept, rust op hem de bewijslast van de feiten die tot dat rechtsgevolg leiden. Op de inspecteur rust daarom de bewijslast dat X BV eerder de premiekorting heeft toegepast voor een werknemer bij een eerdere kwalificerende dienstbetrekking. De A-G adviseert de Hoge Raad om het beroep in cassatie van de staatssecretaris ongegrond te verklaren.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Regeling Wfsv 3.21

Regeling Wfsv 3.20

Regeling Wfsv 3.19a

Wet financiering sociale verzekeringen 47

Rubriek: Fiscaal bestuurs(proces)recht, Premieheffing

Editie: 12 november

Informatiesoort: VN Vandaag

Instantie: Hoge Raad (Advocaat-Generaal)

99

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen