X bv doet BPM-aangifte voor een Mercedes-Benz E-klasse en een BMW X1. X bv maakt bezwaar tegen de aldus voldane BPM van € 4122 en € 4288. Volgens X bv moet de inspecteur bewijzen dat de BPM is verschuldigd en dat zij recht heeft op vergoeding van rente over de periode tussen de voldoening op aangifte en de registratie van de auto's.
Rechtbank Den Haag oordeelt dat X bv niet aannemelijk maakt dat correcties nodig zijn vanwege de staat van het interieur en het exterieur. Voor de renteschade die X bv stelt te hebben geleden, omdat de BPM moet worden voldaan voorafgaand aan de registratie in het kentekenregister, dient X bv zich tot de civiele rechter te wenden. De onderhavige procedure kan uitsluitend betrekking kan hebben op de hoogte van de materiële BPM-schuld. Het beroep van X bv is ongegrond.
Wetsartikelen:
Wet op de belasting van personenauto's en motorrijwielen 1992 10
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Belastingheffing van motorrijtuigen
Instantie: Rechtbank Den Haag
Editie: 12 juli