Rechtbank Den Haag oordeelt dat X aannemelijk moet maken dat toepassing van de koerslijst tot een hogere BPM-afschrijving leidt. X maakt zonder overlegging van stukken niet aannemelijk dat op een zich reeds op de Nederlandse markt bevindende (goed vergelijkbare) referentieauto minder BPM rust.
X doet BPM-aangifte voor een BMW 320 D, die is gebaseerd op de afschrijvingstabel. Nadat de verschuldigde BPM van € 2177 is voldaan, gaat X vergeefs in bezwaar. In beroep stelt X dat teveel BPM is voldaan en zij wil alsnog switchen naar de koerslijst.
Rechtbank Den Haag oordeelt dat X aannemelijk moet maken dat toepassing van de koerslijst tot een hogere afschrijving leidt (vgl. HR 12 mei 2017, nr. 15/03459, V-N 2017/26.15, r.o. 2.4). Aangezien X ter onderbouwing van haar stelling geen stukken heeft overgelegd, is het niet aannemelijk dat op een zich reeds op de Nederlandse markt bevindende (goed vergelijkbare) referentieauto minder BPM rust. Het beroep van X is ongegrond.
Wetsartikelen:
Wet op de belasting van personenauto's en motorrijwielen 1992 10
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Belastingheffing van motorrijtuigen
Instantie: Rechtbank Den Haag
Editie: 7 maart
Uitsluiting Nieuwsbrief: Uitsluiting Nieuwsbrief