De heer X doet BPM-aangifte voor een personenauto en heeft daartoe een taxatierapport laten opmaken. Hierin staat dat de schade aan de auto € 23.652 is. Naar aanleiding van de aangifte laat de inspecteur ook een taxatierapport opstellen. Er is vervolgens een naheffingaanslag opgelegd. Rechtbank Breda vernietigt de aanslag aangezien deze is opgelegd vóór de registratie van de auto. De inspecteur gaat in hoger beroep.
Hof 's Hertogenbosch oordeelt dat de inspecteur de te weinig geheven belasting kan naheffen, reeds voordat de registratie van het voertuig heeft plaatsgevonden (zie HR 28 juni 2013, nr. 12/00400, V-N 2013/31.17). De inspecteur stelt echter vergeefs dat de schade was gefingeerd. De inspecteur maakt niet aannemelijk dat de auto tijdelijk was voorzien van beschadigde onderdelen. De enkele vermelding daarvan in het in opdracht van de inspecteur opgestelde taxatierapport met bijvoeging van enkele foto's, is zonder concrete toelichting onvoldoende. De aangifte van X was juist. De rechtbank heeft de naheffingsaanslag dus terecht vernietigd, zij het op verkeerde gronden. Aangezien door toedoen van de inspecteur de redelijke termijn met ruim vijf maanden is overschreden, krijgt X nog wel een immateriële schadevergoeding van € 500. Het maakt niet uit dat de gemachtigde van X in korte tijd circa 3.500 bezwaarschriften heeft ingediend.
Wetsartikelen:
Europees verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden 6
Wet op de belasting van personenauto's en motorrijwielen 1992 10
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Bronbelasting, Belastingheffing van motorrijtuigen
Instantie: Hof 's-Hertogenbosch
Editie: 1 november