X exploiteert een kinderdagverblijf. In geschil is de WOZ-waarde 2016 van het pand. X stelt dat de heffingsambtenaar bij de WOZ-waardering ten onrechte geen aftrek wegens functionele veroudering heeft toegepast.
Hof Amsterdam oordeelt in navolging van de rechtbank dat X niet aannemelijk maakt dat een correctie op de WOZ-waarde noodzakelijk is vanwege de bezettingsgraad van het kinderdagverblijf. X heeft niet inzichtelijk gemaakt hoe de door haar berekende bezettingsgraad (van het onderhavige kinderdagverblijf) zich verhoudt tot de bezettingsgraad van andere kinderdagverblijven. X heeft met de door haar overgelegde bezettingscijfers niet aannemelijk gemaakt dat specifiek voor het in geding zijnde kinderdagverblijf, door bijvoorbeeld ‘vergrijzing’ van de buurt, sprake is van economische veroudering. Op grond van de stukken die door de heffingsambtenaar zijn overgelegd is veeleer aannemelijk dat de positie van de branche zich in 2015 reeds had gestabiliseerd en dat de vooruitzichten waren verbeterd. De stellingen dat de heffingsambtenaar bij zijn berekening uitgegaan is van te ruime openingstijden en ten onrechte enkel van kinderen waarvoor kinderopvangtoeslag is ontvangen, zijn door de heffingsambtenaar voldoende gemotiveerd betwist.
Wetsartikelen:
Wet waardering onroerende zaken 17
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Waardering onroerende zaken
Instantie: Hof Amsterdam
Editie: 23 april