Belanghebbende, de heer X, woont in Nederland en heeft de Nederlandse nationaliteit. In 2005 is X door de politie staande gehouden. X reed toen in een Audi met Duits kenteken. X heeft vervolgens een officiële waarschuwing gekregen. Die hield in dat als hij nogmaals rijdend in een buitenlandse auto zou worden aangetroffen, er vervolgactie zou volgen. In 2009 wordt X door de politie op de openbare weg aangetroffen als bestuurder van een Porsche, type Cayenne, met een Russisch kenteken. X verklaart dat de auto van zijn buitenlandse vriendin is. Na bezoek aan een supermarkt rijdt X vervolgens met de auto weg. In geschil is de naheffingsaanslag belasting van personenauto's en motorrijwielen van € 10.010 en de 50% boete. Rechtbank Den Haag verklaart het beroep van X ongegrond. X gaat in hoger beroep. Hof Den Haag oordeelt dat er onvoldoende aanwijzingen zijn dat X de auto min of meer duurzaam tot zijn beschikking heeft gehad. Het staat namelijk alleen vast dat X kortstondig met de auto gebruik van de weg heeft gemaakt en mogelijk zelfs in het geheel niet voor eigen gebruik. Het beroep van X is gegrond.
Wetsartikelen:
Wet op de belasting van personenauto's en motorrijwielen 1992 1
Algemene wet inzake rijksbelastingen 67f
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Bronbelasting, Belastingheffing van motorrijtuigen
Instantie: Hof Den Haag
Editie: 15 november