Rechtbank Den Haag oordeelt dat de heffingsambtenaar gelet op de uitkomst van een eerdere soortgelijke procedure X niet hoefde te horen.

X is het niet eens met twee naheffingsaanslagen parkeerbelasting. De heffingsambtenaar van de gemeente Leiden verklaart de bezwaren van X kennelijk ongegrond. X stelt dat hij ten onrechte niet is gehoord.

Rechtbank Den Haag oordeelt dat de heffingsambtenaar gelet op de uitkomst van een eerdere soortgelijke procedure X niet hoefde te horen. In beide zaken stond de auto waarvoor een naheffingsaanslag parkeerbelasting is opgelegd met de twee linker wielen buiten het parkeervak. X stelt dat dit een strafrechtelijk feit is waarvoor alleen een ‘Mulder-boete’ opgelegd kan worden en geen naheffingsaanslag parkeerbelasting. Rechtbank Den Haag heeft deze grief in de eerdere procedure verworpen en die beslissing is door Hof Den Haag bevestigd. Nu de feiten in de onderhavige procedure hetzelfde zijn en daarover geen discussie bestaat, kon de heffingsambtenaar de bezwaren van X kennelijk ongegrond verklaren. De rechtbank verklaart de beroepen van X ongegrond.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Gemeentewet 225

Algemene wet bestuursrecht 7:3

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Belastingen van lagere overheden, Fiscaal bestuurs(proces)recht

Instantie: Rechtbank Den Haag

Editie: 21 september

6

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen