Hof Arnhem-Leeuwarden oordeelt in hoger beroep dat de heer X met de enkele schriftelijke verklaringen van zijn partner en van hemzelf over het tijdig posten van het bezwaar, alsmede met de blote stelling dat later telefonisch contact is gezocht om de ontvangst te verifiëren de tijdige verzending van het bezwaar niet aannemelijk maakt.

Belanghebbende, de heer X, is door de ontvanger aansprakelijk gesteld voor de belastingschuld van een bv. De beschikking van de ontvanger is gedateerd 6 november 2012, doch er is volgens de Track & Trace gegevens reeds op 3 november 2012 op het woonadres van X voor ontvangst getekend. Per email van 15 januari 2013 stuurt X een bezwaarschrift naar de ontvanger. Het bezwaarschrift is echter gedateerd 17 december 2012. In geschil is of dit bezwaar terecht door de ontvanger wegens termijnoverschrijding niet-ontvankelijk is verklaard. De aansprakelijkstelling is inmiddels ambtshalve verminderd met ruim € 50.000. Rechtbank Gelderland stelt X in het ongelijk. X gaat in hoger beroep. Hof Arnhem-Leeuwarden oordeelt dat X met de enkele schriftelijke verklaringen van zijn partner en van hemzelf over het tijdig posten van het bezwaar, alsmede met de blote stelling dat later telefonisch contact is gezocht om de ontvangst te verifiëren de tijdige verzending van het bezwaar niet aannemelijk maakt. X stelt ook vergeefs dat op het betreffende kantoor van de Belastingdienst steeds stukken zoekraken. Hieraan kan namelijk niet het bewijs worden ontleend dat het bezwaar van X tijdig ter post is bezorgd. Het beroep van X is ongegrond.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Algemene wet bestuursrecht 6:7

Algemene wet bestuursrecht 6:11

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Invordering

Instantie: Hof Arnhem-Leeuwarden

Editie: 3 september

3

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen