Aan X wordt door zijn werkgever in mei 2014 een bonus award toegekend. De adviseur van X verzoekt de inspecteur in november 2016 om vooroverleg te voeren over de wijze waarop de bonus moet worden belast. De werkgever betaalt de bonus op 23 november 2016 uit. Op 2 december 2016 verstuurt de adviseur van X een e-mail met een notitie naar de inspecteur, waarin het verzoek om vooroverleg nader wordt onderbouwd. Op 17 januari 2017 maakt de adviseur bezwaar. De inspecteur verklaart het bezwaar wegens termijnoverschrijding niet-ontvankelijk.
Hof 's-Hertogenbosch oordeelt dat het bezwaar terecht niet-ontvankelijk is verklaard. Volgens het hof heeft de inspecteur de notitie terecht niet aangemerkt als een bezwaarschrift. Daarbij is van belang dat in de notitie niet expliciet wordt vermeld dat X het niet eens is met de ingehouden loonheffing. De notitie bevat namelijk een uitvoerige standpuntbepaling in een al lopende schriftelijk gevoerde discussie over de mogelijke belastingheffing over de bonus award. Ook acht het hof van belang dat X zich laat bijstaan door een professionele gemachtigde.
Wetsartikelen:
Algemene wet bestuursrecht 6:6
Algemene wet bestuursrecht 6:4
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Bronbelasting
Instantie: Hof 's-Hertogenbosch
Editie: 26 november