Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat de mededeling van 28 januari 2021 geen teruggaafbeschikking is, maar een ambtshalve teruggaaf. Omdat daartegen geen bezwaar open staat, heeft de inspecteur het bezwaar tegen deze mededeling terecht niet-ontvankelijk verklaard.
Belanghebbende, X bv, geeft in 2006 een merknaam in licentie aan Q bv. Omdat Q bv de overeenkomst niet nakomt, sluit X bv in 2008 een overeenkomst in verband met de vordering en het recht op BTW-teruggaaf. A nv koopt de vordering en het recht op BTW-teruggaaf van X bv voor € 1,8 mln. Over het tijdvak november 2012 verzoekt X bv om een BTW-teruggaaf van € 1,8 mln. X maakt in 2013 bezwaar tegen de verleende teruggaaf van € 2.500. In de loop der jaren wordt door meerdere partijen over de teruggaaf gecorrespondeerd. De teruggaaf wordt daarbij uiteindelijk, middels een VSO, vastgesteld op € 878.000. Op last van een rechterlijke uitspraak wordt X bv opgedragen om de VSO te ondertekenen. De inspecteur deelt op 28 januari 2021 aan X bv mee dat met de ondertekening van de VSO het bezwaar uit 2012 is ingetrokken. Tegelijkertijd stelt de inspecteur de teruggaaf vast op € 878.000. X bv maakt daartegen bezwaar, dat door de inspecteur niet-ontvankelijk wordt verklaard. In beroep stelt X bv dat de VSO niet rechtsgeldig tot stand is gekomen en dat het bezwaar uit 2013 dan ook niet is ingetrokken. Ook dit bezwaar is, evenals het bezwaar uit 2021, volgens X bv ten onrechte niet-ontvankelijk verklaard.
Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat de mededeling van 28 januari 2021 geen teruggaafbeschikking is, maar een ambtshalve teruggaaf. Omdat daartegen geen bezwaar open staat, heeft de inspecteur het bezwaar tegen deze mededeling terecht niet-ontvankelijk verklaard. In zoverre is het beroep dan ook ongegrond. Ook is het bezwaar tegen de teruggaafbeschikking uit 2013 terecht niet-ontvankelijk verklaard. Uit de gang van zaken blijkt volgens de rechtbank dat X bv de BTW-vordering heeft overgedragen. X bv is aan die overeenkomst gebonden. X bv kan dan via het bezwaar ook niet in een betere positie komen. Het gelijk is aan de inspecteur.
Wetsartikelen:
Wet op de omzetbelasting 1968 31
Instantie: Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Rubriek: Omzetbelasting, Fiscaal bestuurs(proces)recht
Editie: 5 maart
Informatiesoort: VN Vandaag