Belanghebbende, X, ontvangt een aanslag IB/PVV 2012 welke na bezwaar door X gehandhaafd blijft. Op 30 juni 2016 ontvangt X een beschikking met daarin vermeld dat X geen recht heeft op een teruggaaf van teveel ingehouden inkomensafhankelijke bijdrage Zvw 2015. In 2017 maakt X opnieuw bezwaar tegen de aangifte IB/PVV 2012 en tegen de in 2017 opgelegde nihilaanslag Zvw 2015. De inspecteur verklaart beide bezwaren niet-ontvankelijk. In geschil is of de inspecteur de bezwaren terecht niet-ontvankelijk verklaart.
Hof ‘s-Hertogenbosch oordeelt dat de inspecteur beide bezwaren terecht niet-ontvankelijk heeft verklaard. Wat betreft de nihilaanslag Zvw 2015 had een uitspraak van de inspecteur X niet in een gunstigere positie kunnen brengen. Met het bezwaar tegen de aanslag IB/PVV 2012 wilde X bereiken dat de belastingdienst stukken in het geding zou brengen. Volgens het hof hebben deze gegevens geen betrekking op de zaak. Het hoger beroep van X is ongegrond.
Wetsartikelen:
Algemene wet bestuursrecht 6:6
Algemene wet inzake rijksbelastingen 67
Instantie: Hof 's-Hertogenbosch
Rubriek: Fiscaal bestuurs(proces)recht, Sociale zekerheid ziektekosten, Premieheffing, Loonbelasting
Editie: 17 augustus
Informatiesoort: VN Vandaag