De Hoge Raad oordeelt dat de omstandigheid dat de voormalig aandeelhouder geen bezwaar kan maken tegen de aan de LTD opgelegde aanslag, onverlet laat dat hij in een procedure over de aan hem opgelegde vergrijpboete de aanslag als grondslag voor de boete ter discussie kan stellen.
X1 LTD was gevestigd op Guernsey. In geschil is de VPB-navorderingsaanslag over 2011, die in 2016 ten tijde van het opleggen van de aanslag al was ontbonden. De heer A maakt als voormalig aandeelhouder van X1 LTD bezwaar tegen de aanslag. Hof Den Haag oordeelt ambtshalve dat de inspecteur het bezwaar niet-ontvankelijk had moeten verklaren. Op grond van het recht van Guernsey bestaat namelijk geen mogelijkheid tot het heropenen van de vereffening. A gaat voorwaardelijk in cassatie.
De Hoge Raad oordeelt dat het instellen van een voorwaardelijk principaal cassatieberoep niet mogelijk is. Het instellen van een rechtsmiddel in het bestuursrecht verzet zich naar zijn aard in het algemeen ertegen dat dit onder een voorwaarde geschiedt, omdat de daarmee aanhangig gemaakte zaak onmiddellijk in behandeling moet kunnen worden genomen. Het is aan de wetgever voorbehouden om te bepalen in welke gevallen een rechtsmiddel niettemin voorwaardelijk kan worden ingesteld en onder welke voorwaarde. Hiermee wordt teruggekomen op HR 25 september 1991, ECLI:NL:HR:1991:AA5300, V-N 2000/17.6. Er wordt voorbijgegaan aan de gestelde voorwaarden en het wordt ervoor gehouden dat het beroep onvoorwaardelijk is ingesteld. A stelt vergeefs onder verwijzing naar HR 16 juli 2021, ECLI:NL:HR:2021:1153, V-N 2021/31.19 dat het hof niet ambtshalve de ontvankelijkheid van het bezwaar had mogen beoordelen. Dat arrest ging over een ambtshalve beoordeling van de tijdigheid van een bezwaar. In casu gaat het om de vraag of een voormalig aandeelhouder bevoegd is bezwaar te maken tegen een aanslag die is opgelegd aan een niet meer bestaande LTD. Het is niet mogelijk om de vereffening te heropenen. A beroept zich dus vergeefs op HR 19 september 2003, ECLI:NL:HR:2003:AK8288, V-N 2003/48.7. De omstandigheid dat de voormalig aandeelhouder geen bezwaar kan maken tegen de aanslag, laat onverlet dat hij in een procedure over de aan hem opgelegde vergrijpboete de aanslag als grondslag voor de boete ter discussie kan stellen. Er is dus geen rechtstekort. Het beroep van A is ongegrond.
Wetsartikelen:
Algemene wet bestuursrecht 8:112
Algemene wet bestuursrecht 6:6
Algemene wet inzake rijksbelastingen 28
Algemene wet inzake rijksbelastingen 26a
Instantie: Hoge Raad
Rubriek: Fiscaal bestuurs(proces)recht
Editie: 9 september
Informatiesoort: VN Vandaag