Advocaat-generaal IJzerman onderschrijft de beslissing van Hof Amsterdam dat X niet aangemerkt kan worden als bestuurder van de geparkeerde taxi’s waarop de naheffingsaanslagen op naam van de bv betrekking hebben. De bezwaren ingediend namens X zijn dan ook niet-ontvankelijk.

X komt via tussenkomst van zijn gemachtigde in hoger beroep tegen 13 naheffingsaanslagen parkeerbelasting. De naheffingsaanslagen zijn uitgeschreven voor geparkeerde taxi’s en zijn opgelegd op naam van de kentekenhouder van de taxi’s, een bv. Hof Amsterdam oordeelt dat X geen belanghebbende is bij de naheffingsaanslagen parkeerbelasting. X heeft niet aannemelijk gemaakt dat hij feitelijk bestuurder was van de geparkeerde taxi’s ten tijde van de naheffingen.

Advocaat-generaal IJzerman onderschrijft de beslissing van Hof Amsterdam dat X niet aangemerkt kan worden als bestuurder van de geparkeerde taxi’s waarop de naheffingsaanslagen op naam van de bv betrekking hebben. De bezwaren ingediend namens X zijn dan ook niet-ontvankelijk. De A-G legt uit dat het hof ambtshalve onderzoek moet doen naar de aannemelijkheid van de feiten die door een partij worden aangevoerd. Het hof heeft op goede gronden onderzocht of X wel aangemerkt kan worden als de feitelijk bestuurder van de taxi’s. De A-G adviseert de Hoge Raad om het oordeel waartoe het hof is gekomen, namelijk dat X geen bestuurder was, in stand te laten. X stelt terecht dat het dictum van hof fouten bevat, maar het hof ziet mede gelet op de proceshouding van de gemachtigde hierin geen aanleiding voor een proceskostenvergoeding.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Algemene wet bestuursrecht 8:75

Gemeentewet 225

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Belastingen van lagere overheden, Fiscaal bestuurs(proces)recht

Instantie: Hoge Raad (Advocaat-Generaal)

Editie: 18 oktober

11

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen