Een door de inspecteur verricht nader onderzoek in een bezwaarprocedure werpt nieuw licht op de aanslagregeling in een later jaar. Er is sprake van een nieuw feit dat navordering rechtvaardigt.
X, fiscaal adviseur, dient zijn aangifte IB/PVV 2015 en 2016 in. Daarbij wordt abusievelijk een uitkering op basis van de Wet arbeidsongeschiktheidsverzekering zelfstandigen (WAZ) aangemerkt als loon van het UWV uit tegenwoordige dienstbetrekking. De aard van de uitkering wordt niet vermeld in de aangifte. Bij de definitieve aanslagen worden de aangiften gevolgd, waardoor ten onrechte de arbeidskorting wordt toegepast. X maakt bezwaar tegen de definitieve aanslag IB/PVV 2015. Tijdens die bezwaarprocedure komt de fout over 2015 aan het licht. Dat geeft aanleiding voor nader onderzoek over 2016. Dit gebeurt nadat de definitieve aanslag IB/PVV 2016 is opgelegd. De inspecteur vordert de over 2016 te weinig geheven belasting na. X maakt bezwaar tegen de navorderingsaanslag IB/PVV 2016 en neemt het standpunt in dat een feit dat boven water komt tijdens een onderzoek over een ander tijdvak (2015) geen nieuw feit oplevert dat navordering over 2016 rechtvaardigt.
De Rechtbank Zeeland-West-Brabant overweegt dat bij het opleggen van de defintieve aanslag IB/PVV 2016 de inspecteur niet hoefde te twijfelen aan de juistheid van de aangifte. De aangifte zag er verzorgd uit en de uitkering van het UWV kon ook loon uit tegenwoordige dienstbetrekking zijn. Er is sprake van een nieuw feit. Beroep ongegrond.
Lees ook het thema Navordering
Wetsartikelen:
Algemene wet inzake rijksbelastingen 16 lid 1
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Fiscaal bestuurs(proces)recht
Instantie: Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Editie: 7 april