Hof Arnhem-Leeuwarden oordeelt in hoger beroep ambtshalve dat de herziene IB-aangifte door de inspecteur terecht als eerste bezwaarschrift is opgevat. Het bezwaar is dus ruimschoots na afloop van de bezwaartermijn ontvangen.

Mevrouw X geeft yogalessen. Daarnaast is X actief als beeldend kunstenaar en geeft zij schildercursussen. In haar IB-aangiften over 2009 en 2010 zijn alle inkomsten gekwalificeerd als resultaat uit overige werkzaamheden. In februari 2012 maakt X bezwaar tegen de zorgtoeslag van 2009. De Belastingdienst merkt dit aan als bezwaar tegen de IB-aanslag van 2009. In mei 2012 maakt X bezwaar tegen de voorlopige IB-aanslag over 2010. In september en oktober 2012 dient X herziene IB-aangiften over 2010 en 2009 in. Volgens X moeten haar inkomsten worden gekwalificeerd als winst uit onderneming en heeft zij recht op zelfstandigenaftrek. In geschil is of de inspecteur de bezwaren terecht wegens termijnoverschrijding niet-ontvankelijk heeft verklaard. Volgens Rechtbank Noord-Nederland is het beroep van X gegrond voor wat betreft 2009. X gaat in hoger beroep. Hof Arnhem-Leeuwarden oordeelt ambtshalve dat de herziene IB-aangifte over 2009 door de inspecteur terecht als eerste bezwaarschrift is opgevat. De aanslag is van 18 januari 2012. Het bezwaar is ruimschoots na afloop van de bezwaartermijn ontvangen. De uitspraak van de rechtbank kan in zoverre dus niet in stand blijven. X stelt ten onrechte dat het bezwaar tegen de voorlopige IB-aanslag over 2010 ook geacht moet zijn gericht tegen de definitieve aanslag van dat jaar. Tegen iedere aanslag moet namelijk afzonderlijk een rechtsmiddel worden aangewend. Het beroep van X is dus voor het overige ongegrond.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Algemene wet bestuursrecht 6:7

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Bronbelasting

Instantie: Hof Arnhem-Leeuwarden

Editie: 8 september

4

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen