Hof Arnhem-Leeuwarden oordeelt dat X in aanmerking komt voor de zelfstandigenaftrek. Er is namelijk sprake van een permanent voordeel, omdat X IB-ondernemer is geworden, en dus niet van een incidenteel fiscaal voordeel.

Belanghebbende, X, houdt, de, gecertificeerde, aandelen in A bv. A bv verkrijgt medio 2011 aandelen in Z bv, die de aandelen houdt in een werk-bv: Y bv. Op 13 september 2011 gaan X en Y bv, met terugwerkende kracht tot 1 januari 2011, een vof aan. In geschil is of X recht heeft op de zelfstandigenaftrek. De inspecteur stelt dat er, door de terugwerkende kracht, sprake is van een incidenteel fiscaal voordeel, en is van mening dat X dan geen recht heeft op de zelfstandigenaftrek. Rechtbank Noord-Nederland oordeelt dat X in aanmerking komt voor de zelfstandigenaftrek. De terugwerkende kracht is niet gericht op incidenteel fiscaal voordeel.

Hof Arnhem-Leeuwarden oordeelt dat X met terugwerkende kracht tot 1 januari 2011 als ondernemer winst uit onderneming geniet. Volgens het hof is er namelijk sprake van een permanent voordeel, omdat X IB-ondernemer is geworden, en hij dan in aanmerking komt voor de ondernemersfaciliteiten. Verder merkt het hof op dat, als het argument van de inspecteur wordt gevolgd (toepassing van de ondernemersfaciliteiten moet als een incidenteel voordeel worden beschouwd), nimmer terugwerkende kracht kan worden toegekend aan een personenvennootschapsovereenkomst waarbij natuurlijke personen zijn betrokken. Vervolgens stelt het hof vast dat de uren die X in 2011 voor Y bv heeft verricht ook meetellen voor het urencriterium. In geschil is dan niet meer dat X recht heeft op de zelfstandigenaftrek. Het gelijk is aan X.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Wet inkomstenbelasting 2001 3.76

Wet inkomstenbelasting 2001 3.6

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Inkomstenbelasting

Instantie: Hof Arnhem-Leeuwarden

Editie: 22 februari

8

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen