De Hoge Raad stemt in met het oordeel van het Gemeenschappelijke Hof dat bij de beoordeling of art. 1 Eerste Protocol bij het EVRM is geschonden, ook toekomstige gevolgen meegewogen moeten worden. 

Belanghebbende, X nv, exploiteert een appartementencomplex op Bonaire. In mei 2009 worden aan haar twee zogeheten taks-holidays toegekend die recht geven op vrijstelling van grond- en winstbelasting tot 1 januari 2015 respectievelijk 1 januari 2012. De vrijstelling van winstbelasting houdt in dat de belasting wordt geheven naar een verminderd tarief van per saldo 2% van de gerealiseerde winst. Op 10 oktober 2010 houden de Nederlandse Antillen op te bestaan als staatskundige eenheid en wordt Bonaire als openbaar lichaam onderdeel van de Nederlandse Staat. Vanaf 1 januari 2011 treedt een nieuw fiscaal stelsel in werking en wordt op Bonaire niet langer grond- en winstbelasting geheven. In geschil zijn de aanslagen vastgoedbelasting en eilandelijke opcenten van X nv over de jaren 2011 en 2012. Het Gemeenschappelijke Hof van Justitie van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba (hierna: het Hof) oordeelt dat het expireren van de tax-holidayregeling niet in strijd is met art. 1 Eerste Protocol bij het EVRM. Het Hof oordeelt dat X nv onvoldoende aannemelijk maakt dat zij is getroffen door een buitensporige last. Daarbij moet niet alleen gekeken worden naar de winstbelasting die in de onderhavige jaren (tot afloop van de tax-holidayregelingen) geheven zou worden, maar ook naar latere jaren waarin het project wordt verkocht of geëxploiteerd. Pas dan kan de balans worden opgemaakt en pas dan wordt inzichtelijk wat de eventuele winst is geweest waarover niet wordt geheven na de invoering van de vastgoedbelasting en de eilandelijke opcenten, terwijl winstbelasting zou zijn geheven als de nieuwe wettelijke regelingen niet zouden zijn geïntroduceerd.

De Hoge Raad stemt in met het oordeel van het Gemeenschappelijke Hof dat bij de beoordeling of art. 1 Eerste Protocol bij het EVRM is geschonden, ook toekomstige gevolgen meegewogen moeten worden. X nv stelt tevergeefs dat het Hof de fair balance-toets onjuist heeft toegepast, omdat bij de beoordeling of de wetswijziging heeft geleid tot een individuele en buitensporige last, alleen in concreto moet worden getoetst wat de gevolgen zijn voor de jaren waarop de onderhavige aanslagen betrekking hebben. Het uitgangspunt van het Hof dat ook betekenis toekomt aan de gevolgen in latere jaren. is juist. Het op dit uitgangspunt voortbouwende oordeel van het Hof dat X nv niet aannemelijk maakt dat zij is getroffen door een buitengewone last, berust op aan het Hof voorbehouden waarderingen van feitelijke aard en is niet onbegrijpelijk. Het cassatieberoep van X nv is ongegrond.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Protocol bij het Europees Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden 1

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Belastingrecht algemeen

Instantie: Hoge Raad

Editie: 22 november

35

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen