Rechtbank Noord-Nederland overweegt dat ook al is eiser onbevoegd in bezwaar de heffingsambtenaar tijdig op bezwaar dient te beslissen.

Eiser gaat in bezwaar tegen een legesaanslag die is opgelegd op naam van de partner van eiser. De heffingsambtenaar beslist na verloop van tijd dat eiser niet-ontvankelijk is. Eiser gaat in beroep en stelt dat verweerder een dwangsom verschuldigd is omdat niet tijdig is beslist op bezwaar.

Rechtbank Noord-Nederland overweegt dat ook al is eiser onbevoegd in bezwaar de heffingsambtenaar tijdig op bezwaar dient te beslissen. De legesaanslag is opgelegd aan de partner van eiser en onder verwijzing naar art. 26a lid 1 AWR is eiser daarom niet-ontvankelijk in beroep en bezwaar. Ondanks de niet tijdige uitspraak op bezwaar is de heffingsambtenaar geen dwangsom verbeurd omdat eiser als aanvrager geen belanghebbende is in de zin van art. 4:17 Awb.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Algemene wet bestuursrecht 4:17

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Bronbelasting

Instantie: Rechtbank Noord-Nederland

Editie: 17 maart

14

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen