Advocaat-generaal HvJ EU Szpunar concludeert dat een leaseovereenkomst waarin is voorzien dat de eigendom van het geleasede actief na de leaseperiode uit hoofde van de overeenkomst overgaat op de leasingnemer, als een levering van goederen moet worden beschouwd.

Mercedes-Benz Financial Services UK Ltd verleent financiële diensten met betrekking tot het gebruik en de verwerving van voertuigen. MB UK biedt drie verschillende standaardovereenkomsten aan: een huurovereenkomst (leasing), een huurkoopovereenkomst (hire purchase agreement) en een gemengde overeenkomst (Agility-overeenkomst) noemt. De Agility-overeenkomst houdt in dat de huurder na de huurperiode de optie heeft het voertuig te kopen onder voorwaarde van betaling van een eindbedrag dat overeenstemt met de gemiddelde verwachte waarde van het voertuig op het tijdstip van de koop. Hierbij stemt de som van de termijnen overeen met het resterende deel van de prijs van het voertuig, vermeerderd met de financieringskosten. Ongeveer de helft van de klanten maakt gebruik van deze optie. De Britse fiscus is van mening dat er voor de btw-heffing sprake is van een levering van goederen. De Britse rechter stelt prejudiciële vragen in deze zaak.

Advocaat-generaal HvJ EU Szpunar concludeert dat een leaseovereenkomst waarin is voorzien dat de eigendom van het geleasede actief na de leaseperiode uit hoofde van de overeenkomst overgaat op de leasingnemer, als een levering van goederen moet worden beschouwd. Dit geldt volgens de A-G ook bij een leaseovereenkomst met het beding dat de eigendom van het geleasede actief door een eenzijdige wilsverklaring van de leasingnemer overgaat op de leasingnemer. Hierbij merkt de A-G dan nog wel op dat de som van de termijnen die de leasingnemer op grond van de overeenkomst, ongeacht die wilsverklaring, moet betalen, praktisch gelijk moet zijn aan de koopprijs van het geleasede actief, vermeerderd met de financieringskosten.

[Bron Uitspraak]

[Nieuwsbron]

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Europees belastingrecht, Omzetbelasting

Instantie: Hof van Justitie van de Europese Unie

Editie: 2 juni

4

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen