Artiestenmakelaar CB ontvangt de commissies voor zijn werkzaamheden contant. Bij een inspectie stelt de Spaanse Belastingdienst vast dat in de ontvangen bedragen, die CB niet had aangegeven, geen BTW is begrepen. Bij het vaststellen van de BTW-aanslag, neemt de Belastingdienst het door CB ontvangen bedrag als maatstaf van heffing. CB is echter van mening dat moet worden aangenomen dat de BTW is begrepen in de tussen partijen overeengekomen prijs. De Spaanse rechter stelt een prejudiciële vraag in deze zaak.
Het Hof van Justitie EU oordeelt dat de Spaanse Belastingdienst bij fraude moet uitgaan van een prijs inclusief BTW. Dit geldt niet wanneer de belastingplichtige de mogelijkheid heeft om de BTW, ondanks de fraude, later door te berekenen en af te trekken.
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Europees belastingrecht, Omzetbelasting
Instantie: Hof van Justitie van de Europese Unie
Editie: 2 juli