Belanghebbende, X bv, verricht productionele werkzaamheden voor meerdere bedrijven. In december 2010 verstrekt X bv een iPad aan al haar werknemers in vaste dienst. X bv maakt geen afspraken met haar werknemers over het gebruik van de iPad. De iPad wordt verloond onder toepassing van het eindheffingsregime. X bv maakt bezwaar tegen de afgedragen loonheffing. Zij stelt daarbij dat de iPad moet worden aangemerkt als een telefoon/communicatiemiddel. De inspecteur is echter van mening dat er sprake is van een computer. Rechtbank Haarlem oordeelt dat de iPad moet worden aangemerkt als een kleine computer die mede geschikt is voor verschillende vormen van communicatie. Hof Amsterdam oordeelt dat de iPad is aan te merken als een communicatiemiddel, en niet als een computer. Het hof acht hierbij met name van belang dat de iPad minder geschikt is om langere teksten te schrijven. Het hof verleent teruggaaf van € 239.528 aan loonheffing aan X bv.
Advocaat-generaal (A-G) Niessen concludeert dat een iPad moet worden aangemerkt als ‘computer en dergelijke apparatuur' in de zin van art. 15b lid 1 onderdeel s Wet LB 1964. De A-G overweegt daarbij dat de ‘telefoonfunctie' van de iPad ondergeschikt is aan de overige functies en taken van het apparaat. Volgens de A-G blijkt uit diverse onderzoeken naar het gebruik van tablets namelijk dat ze slechts in beperkte mate als communicatiemiddel worden gebruikt. De A-G adviseert de Hoge Raad om het cassatieberoep van de staatssecretaris gegrond te verklaren.
Wetsartikelen:
Wet op de loonbelasting 1964 15b + 17
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Loonbelasting
Instantie: Hoge Raad (Advocaat-Generaal)
Editie: 23 april