Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat de inspecteur het gevonden bedrag aan contanten van € 235.000 terecht aan de jaren 2014-2017 heeft toegerekend. X heeft niet de vereiste aangifte gedaan en de schatting van de inspecteur is niet onredelijk.

Bij de doorzoeking in het kader van een strafrechtelijk onderzoek van het terrein waar X zijn autosloperij exploiteert, wordt onder andere een bedrag van € 235.000 in contanten gevonden. De inspecteur rekent dit bedrag evenredig toe aan de jaren 2014-2017 en legt IB-navorderingsaanslagen op aan X. X stelt dat hij het aangetroffen bedrag gedurende vele jaren bij elkaar heeft gespaard door sober te leven.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat de inspecteur het bij de doorzoeking van de autosloperij gevonden bedrag aan contanten van € 235.000 terecht aan de jaren 2014-2017 heeft toegerekend. Volgens de rechtbank heeft X niet de vereiste aangifte gedaan en is de schatting van de inspecteur niet onredelijk. De rechtbank overweegt daarbij dat X ten tijde van het doen van de aangiften wist dat een aanzienlijk bedrag aan verschuldigde belasting niet zou worden geheven, doordat hij het inkomen niet in zijn aangifte heeft verantwoord. Verder is van belang dat de inspecteur het daadwerkelijk gevonden bedrag aan contanten als uitgangspunt heeft genomen. Wel worden de boetes nog gematigd in verband met undue delay.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Wet inkomstenbelasting 2001 3.90

Instantie: Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Rubriek: Inkomstenbelasting

Editie: 30 juli

Informatiesoort: VN Vandaag

297

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen