Hof Den Haag oordeelt dat X geen recht heeft op een schadevergoeding wegens onrechtmatige daad van de inspecteur. X maakt namelijk niet duidelijk welke schade zij heeft geleden en in hoeverre die schade het directe gevolg is van het onrechtmatige besluit van de inspecteur. De Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie zonder nadere motivering ongegrond (art. 81 lid 1 Wet RO).

Naar aanleiding van de IB-aangifte 2016 van A, de gemachtigde van belanghebbende, X, stelt de inspecteur vragen aan A en X over de door A in aftrek gebrachte uitgaven voor huishoudelijke hulp door X. A heeft deze uitgaven in zijn aangifte in aftrek gebracht, maar X heeft deze inkomsten niet verantwoord in haar aangifte. A verklaart dat X in 2016 geen werkzaamheden voor hem heeft verricht. De inspecteur legt een IB-navorderingsaanslag 2016 op aan X waarbij hij € 1200 aan ROW in aanmerking neemt in verband met voor A verrichte werkzaamheden. Rechtbank Den Haag oordeelt dat de inspecteur, tegenover de stellige betwisting door X en A dat door X in 2016 werkzaamheden voor A zijn verricht, al met al onvoldoende heeft aangevoerd en overgelegd om aannemelijk te achten dat X wel werkzaamheden voor A heeft verricht. De ROW-correctie vervalt. Lopende het hoger beroep staat de inspecteur alsnog aftrek toe van een bedrag van € 300 aan uitgaven voor extra kleding en beddengoed. X stelt vervolgens dat zij recht heeft op een schadevergoeding en een hogere proceskostenvergoeding.

Hof Den Haag (V-N Vandaag 2023/199) oordeelt dat X geen recht heeft op een schadevergoeding wegens onrechtmatige daad van de inspecteur. X maakt namelijk niet duidelijk welke schade zij heeft geleden en in hoeverre die schade het directe gevolg is van het onrechtmatige besluit van de inspecteur. Ook bestaat geen recht op een proceskostenvergoeding in verband met beroepsmatig verleende rechtsbijstand voor de beroepsfase. A is namelijk niet aan te merken als rechtsbijstandverlener. De Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie zonder nadere motivering ongegrond (art. 81 lid 1 Wet RO).

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Algemene wet bestuursrecht 8:73

Instantie: Hoge Raad

Rubriek: Fiscaal bestuurs(proces)recht

Editie: 8 oktober

Informatiesoort: VN Vandaag

203

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen