Belanghebbende, X bv, wordt opgericht in verband met een nieuwbouwproject van 162 koopwoningen. In 2010 sluit X bv daartoe een overeenkomst met een afnameverplichting met stichting A. In de overeenkomst is opgenomen dat X bv niet-verkochte woningen aan A ter koop mag aanbieden en dat A deze woningen dan moet afnemen. X bv licht deze optie in september 2013. In geschil is of het BTW-tarief van 19% of van 21% van toepassing is.
Hof 's-Hertogenbosch oordeelt dat het BTW-tarief van 21% van toepassing is. X bv heeft niet eerder dan op 30 september 2013 de verkoopoptie uitgeoefend. Pas toen stond dus vast dat X bv de onverkochte nieuwbouwwoningen te koop aanbood aan A, dat A verplicht was om deze te kopen en de eigendom ervan bij levering te aanvaarden en dat A daartoe met X bv een verkoop/leveringsovereenkomst moest sluiten. Het moment waarop A verplicht werd om de onverkochte nieuwbouwwoningen van X bv te kopen en in levering te aanvaarden, ligt na 28 april 2012. De levering van de woningen na 30 september 2013 vindt dan niet plaats op grond van een vóór 28 april 2012 gesloten overeenkomst, zodat de overgangsregeling niet van toepassing is. Het gelijk is aan de inspecteur.
Wetsartikelen:
Wet op de omzetbelasting 1968 9
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Omzetbelasting
Instantie: Hof 's-Hertogenbosch
Editie: 7 september