Hof ’s-Hertogenbosch oordeelt dat bij het ontbreken van de vereiste aangifte de bewijslast in beroep en hoger beroep automatisch wordt omgekeerd en verzwaard. Dit volgt uit de tekst van art. 27e AWR.
Belanghebbende, X, heeft geen aangifte IB/PVV 2017 gedaan. De inspecteur legt daarop aanslagen IB/PVV en Zvw 2017 op, aanvankelijk gebaseerd op ROW in verband met arbeid. Nadat X later informatie verstrekte, bleek het ROW voort te komen uit de beëindiging van de terbeschikkingstelling van een schuur aan zijn BV.
Hof ’s-Hertogenbosch oordeelt dat bij het ontbreken van de vereiste aangifte de bewijslast in beroep en hoger beroep automatisch wordt omgekeerd en verzwaard. Dit volgt uit de tekst van art. 27e AWR. X deed pas aangifte na ontvangst van de aanslag, hetgeen niet geldt als de vereiste aangifte. Daarom moet hij overtuigend aantonen dat de aanslagen onjuist zijn en hierin is X niet geslaagd. De inspecteur beroept zich terecht op interne compensatie en stelt een redelijke schatting van het inkomen vast. Het hof oordeelt in navolging van de rechtbank dat deze schatting niet onredelijk is. Het stond de inspecteur vrij om voor de schatting van het ROW de waarde van de schuur bij aanvang van de terbeschikkingstelling – met toepassing van de foutenleer – naar de waarde van dat moment vast te stellen. Het hof merkt hierbij nog op dat X de hoogte van die waardering niet heeft betwist. Het hof verklaart het hoger beroep ongegrond en bevestigt de uitspraak van de rechtbank.
Wetsartikelen:
Algemene wet inzake rijksbelastingen 27e
Wet inkomstenbelasting 2001 3.92
Wet inkomstenbelasting 2001 3.91
Instantie: Hof 's-Hertogenbosch
Rubriek: Fiscaal bestuurs(proces)recht
Editie: 18 februari
Informatiesoort: VN Vandaag