X vof houdt zich bezig met de groot- en kleinhandel in kleding. Tijdens een boekenonderzoek stelt de inspecteur vast dat er forse leningen, privé-opnames en privé-stortingen worden geboekt. Zonder deze boekingen zou de kas over alle jaren negatief zijn. Omdat er geen plausibele verklaringen worden gegeven voor deze stortingen, legt de inspecteur btw-naheffingsaanslagen op aan X vof.
Hof Amsterdam oordeelt dat het niet aannemelijk is dat de stortingen betrekking hebben op een afgeloste lening. Volgens het hof zou de aflossing van een lening van € 310.000 namelijk schriftelijk worden vastgelegd. Nu er van de aflossing geen schriftelijke vastleggingen zijn, acht het hof de verklaring ongeloofwaardig. Verder wijst het hof er nog op dat X vof een huur van € 273.000 heeft betaald en dat zij ook inkopen binnen en buiten de EU heeft gedaan tot een bedrag van € 220.000. Ook de stelling van X vof dat er sprake is van tegenvallende omzetten, is volgens het hof ongeloofwaardig. Volgens het hof moet de bewijslast dan worden omgekeerd, en is X vof niet geslaagd in het van haar verlangde tegenbewijs. De inspecteur heeft terecht naheffingsaanslagen opgelegd.
Wetsartikelen:
Wet op de omzetbelasting 1968 1
Algemene wet inzake rijksbelastingen 20
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Bronbelasting, Omzetbelasting
Instantie: Hof Amsterdam
Editie: 22 februari