Rechtbank Noord-Holland oordeelt dat de inspecteur terecht overdrachtsbelasting heeft nageheven, omdat aan de doeleis is voldaan. Aan de hand van de feitelijke werkzaamhedentoets concludeert de rechtbank dat hotelvoering niet het kenmerkende bedrijfsproces van O bv is.

Het Spaanse F-concern exploiteert hotels. Hotel G is een van de hotels van F. Voor het voeren van het management sluit F een contract met J bv. Om haar financiële positie te verbeteren wil het F-concern enkele hotels, waaronder G verkopen. Op 27 juni 2013 verkoopt het F-concern uiteindelijk O bv, waarin G is ondergebracht, aan belanghebbende, X bv, een deelneming van I, een Frans verzekeringsconcern. Op diezelfde datum sluiten I en J bv een managementovereenkomst. Naar aanleiding van een boekenonderzoek concludeert de inspecteur dat ter zake van de verkoop van O bv overdrachtsbelasting is verschuldigd, omdat O bv een OZR in de zin van art. 4 WBR is.

Rechtbank Noord-Holland oordeelt dat de inspecteur terecht overdrachtsbelasting heeft nageheven, omdat aan de doeleis is voldaan. Aan de hand van de feitelijke werkzaamhedentoets concludeert de rechtbank dat hotelvoering niet het kenmerkende bedrijfsproces van O bv is. De bemoeienis van O bv is namelijk beperkt en ondergeschikt aan de overheersende activiteiten die zij als investeerder in het hotel verricht. Daarbij is onder andere van belang dat de feitelijke hotelvoering bij J bv ligt. De kennis en kunde voor de hotelvoering berust volgens de rechtbank bij J bv en niet bij X bv/I. I is namelijk een vastgoedinvesteerder, die niet de ervaring en niet het personeel heeft om de leiding van en de dagelijkse gang van zaken in een hotel te runnen. Volgens de rechtbank zijn de onroerende zaken, als geheel genomen, in elk geval hoofdzakelijk dienstbaar aan het exploiteren van die onroerende zaken. Nu aan de doeleis is voldaan, is de naheffingsaanslag terecht opgelegd.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Wet op belastingen van rechtsverkeer 4

Wet op belastingen van rechtsverkeer 2

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Belastingen van rechtsverkeer

Instantie: Rechtbank Noord-Holland

Editie: 19 mei

154

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen