Rechtbank Noord-Holland oordeelt dat X bv overdrachtswinst in aanmerking had moeten nemen. Een Nederlandse concernvennootschap heeft namelijk haar ondernemingsactiviteiten op het gebied van de export van tabaksproducten overgedragen aan een concernvennootschap in het Verenigd Koninkrijk.

Belanghebbende, X bv, is de moedermaatschappij van een omvangrijke Nederlandse fiscale eenheid binnen een internationaal opererend tabaksconcern waarvan de uiteindelijke moedermaatschappij in het Verenigd Koninkrijk is gevestigd. Naar aanleiding van een boekenonderzoek legt de inspecteur forse VPB-navorderingsaanslagen op aan X bv voor de jaren 2008 - 2010. De correcties zien onder andere op garantiefees en factoring. Rechtbank Noord-Holland (17 oktober 2022, 18/876, V-N 2022/56.2.1) oordeelt dat de door de inspecteur aangebrachte correcties in verband met de garantiefees correct zijn. Ook voor de jaren 2013 - 2016 legt de inspecteur weer VPB-(navorderings)aanslagen met forse correcties en boetes op. De belastbare bedragen schommelen tussen de € 2,8 mld en 3 mld. In deze procedure komen diverse correcties aan de orde. Een van de correcties betreft de vraag of in verband met een beëindiging van ondernemingsactiviteiten overdrachtswinst had moeten worden genomen, dit in het kader van een in 2016 doorgevoerde reorganisatie.  Rechtbank Noord-Holland oordeelt dat X bv overdrachtswinst in aanmerking had moeten nemen. Een Nederlandse concernvennootschap heeft namelijk haar ondernemingsactiviteiten op het gebied van de export van tabaksproducten, in het kader van de reorganisatie, overgedragen aan een concernvennootschap in het Verenigd Koninkrijk. De inspecteur heeft overtuigend aangetoond dat X bv zich van deze overdracht bewust was en dat zij ervan op de hoogte was dat de overdracht een zeer substantiële waarde vertegenwoordigde. Het is buiten redelijke twijfel dat het een bewuste keuze is geweest om geen enkele winst te begrijpen in het belastbare bedrag dat eiseres zelf heeft aangegeven. X bv in heeft in verband met de overdracht van de ondernemingsactiviteiten opzettelijk een winst van bijna € 1,7 mld buiten haar VPB-aangifte gehouden. Belastingontduiking maakt een ernstige inbreuk op de gemeenschapsbelangen, op de individuele belangen van eerlijke belastingbetalers en draagt bij aan het ondermijnen van de belastingmoraal. Daarbij hoort een forse boete. De rechtbank stelt deze, na vermindering vanwege overschrijding van de redelijke termijn, uiteindelijk vast op € 106 mln.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Algemene wet inzake rijksbelastingen 67d

Wet op de vennootschapsbelasting 1969 8b

Instantie: Rechtbank Noord-Holland

Rubriek: Vennootschapsbelasting

Editie: 21 december

Informatiesoort: VN Vandaag

Uitsluiting Nieuwsbrief: Uitsluiting Nieuwsbrief

167

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen