X vraagt op 10 december 2019 bij de gemeente ontheffing voor het innemen van een standplaats op 24 en 31 december 2019. De gemeente laat X weten dat een besluit waarschijnlijk pas na genoemde data zal worden genomen en biedt X de mogelijkheid de aanvraag in te trekken om legesheffing te voorkomen. Als X de aanvraag doorzet volgt een legesnota van € 22,25. X is het niet eens met de leges en stelt tevens dat de heffingsambtenaar hem ten onrechte niet de gelegenheid heeft geboden het bezwaar nader te motiveren.

Hof Amsterdam oordeelt dat een bestuursorgaan bij een summier doch voldoende gemotiveerd bezwaarschrift niet verplicht is gelegenheid te bieden om nader te motiveren. Anders dan X kennelijk meent rust op een bestuursorgaan niet zonder meer de verplichting om de indiener van een bezwaar de gelegenheid te bieden een verzuim te herstellen, maar moet het bieden van deze gelegenheid worden gezien als een voorwaarde om tot niet-ontvankelijkverklaring te kunnen overgaan. Nu de heffingsambtenaar het bezwaar ontvankelijk achtte, hoefde hij X niet de gelegenheid te geven het (in zijn ogen niet bestaande) verzuim te herstellen. Het hof oordeelt verder dat de legesheffing terecht is. De gemeente kan niet worden verweten dat zij de aanvraag van X in behandeling heeft genomen.

Lees ook het thema Bezwaar: het gesloten stelsel van rechtsbescherming.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Algemene wet bestuursrecht 6:6

Algemene wet bestuursrecht 6:5

Gemeentewet 229b

Gemeentewet 229