Hof Arnhem-Leeuwarden oordeelt in hoger beroep dat de gemachtigde in het licht van de meerdere door hem geannuleerde hoorgesprekken zelf het initiatief had moeten nemen om alsnog te worden gehoord.

Hof Arnhem-Leeuwarden oordeelt dat de levering van het perceel grond met portacabins samen met de in de akte van levering vastgelegde werkzaamheden door X voor de BTW kwalificeert als de levering van een bouwterrein.

De Hoge Raad oordeelt dat er een rechtstreeks verband is tussen de ontvangen prijs en de levering van het gebouw. De omstandigheid dat de hoogte van de verkoopprijs (mede) is bepaald door een belastingvoordeel dat is beoogd met de structurering van activiteiten, doet daar niet aan af.

Rechtbank Noord-Nederland oordeelt dat de aangebouwde schuur en de (ondergrond van de) bijschuur geen aanhorigheden van de woning zijn. De oorspronkelijke bestemming en het oorspronkelijke gebruik was namelijk als (agrarische) bedrijfsgebouwen.

De Hoge Raad oordeelt dat de beslissing van de ontvanger geen besluit is als genoemd in de Regeling verlaagd griffierecht, zodat het griffierecht € 259 had moeten zijn. Er is pas in cassatie geklaagd over het griffierecht voor niet-natuurlijke personen van € 519, zodat X geen proceskostenvergoeding krijgt.

Het Hof van Justitie EU oordeelt dat het niet in strijd met het EU-recht is dat het verzoek om BTW-teruggaaf van GE wordt afgewezen omdat niet binnen de gestelde termijn alle documenten en inlichtingen in verband met de teruggaaf zijn ingediend.

Staatssecretaris Vijlbrief van Financiën heeft het ex-ante onderzoek naar de effecten van een koolstofheffing aan de buitengrens van de EU (Carbon Border Adjustment Mechanism, CBAM) op Nederland aangeboden aan de Tweede Kamer.

De Staatssecretaris van Financiën – Toeslagen en Douane, laat onderzoeken hoe knelpunten bij de uitvoering van de 10%-regeling uitkeringsgerechtigden structureel en uitvoerbaar kunnen worden opgelost. Dat schrijft de bewindsvrouw aan de Tweede Kamer

Het Hof van Justitie EU oordeelt dat Polen in strijd met het EU-recht handelt door een betalingsverplichting voor de BTW in verband met een ICV van motorbrandstoffen op te leggen voordat deze belasting wordt verschuldigd in de zin van art. 69 BTW-richtlijn.

De EU-ministers van Buitenlandse Handel hebben donderdag 21 november 2024 gesproken over eventuele tegenmaatregelen, als Donald Trump de importheffingen tegen Europa doorzet. "We hebben natuurlijk een aantal scenario's klaarliggen", zei minister Reinette Klever (Buitenlandse Handel) na een vergadering met haar EU-collega's in Brussel. Trump heeft Europa gedreigd importheffingen op te leggen, zodra hij als president weer in het Witte Huis zit.

Er liggen in Brussel 'potentiële maatregelen' klaar om snel te kunnen reageren als inkomend president Donald Trump in januari zijn aangekondigde handelsheffingen zal invoeren. Of die maatregelen ook op steun kunnen rekenen van alle lidstaten, hangt af van de vorm die deze tarieven zullen krijgen. Dat heeft Birgitta Tazelaar, de Nederlandse ambassadeur in Washington, vrijdagavond gezegd in de marge van het jaarlijkse galadiner van de Netherland-America Foundation in New York, schrijft het FD.

Het Hof van Justitie EU oordeelt dat de Nederlandse bestuurdersaansprakelijkheidsregeling voor BTW-schulden niet in strijd is met het EU-recht. De bestuurder moet dan, om aan zijn hoofdelijke aansprakelijkheid voor de betaling van deze schuld te ontkomen, bewijzen dat de niet‑nakoming van de meldingsplicht niet aan hem is te wijten.

Het Gerecht oordeelt dat de EC geen blijk geeft van een onjuiste juridische kwalificatie door te weigeren om de aan Millennium Lda betaalde steun te beschouwen als ‘bestaande steun’. Van belang daarbij is dat niet is voldaan aan het vereiste inzake het scheppen of behouden van banen op Madeira.

Het Hof van Justitie EU oordeelt dat het in strijd met het EU-recht is dat op de dividenden die XX vanuit Nederland ontvangt een belastingdruk van 15% rust, terwijl Nederlandse vennootschappen deze belastingdruk niet hebben. Er is strijd met het beginsel van het vrije verkeer van kapitaal.

De Ecofinraad heeft op 5 november 2024 een politiek akkoord bereikt over het richtlijnvoorstel BTW in het digitale tijdperk (VAT in the Digital Age / ViDA). Het akkoord is tot stand gekomen na twee jaar onderhandelen. Dit betekent onder andere dat beheerders van onlineplatforms voor passagiersvervoer en voor kort verblijf, zoals Uber en Airbnb, verantwoordelijk worden voor het innen en afdragen van BTW van individuele chauffeurs en verhuurders die dat zelf niet doen.

Tijdens de bijeenkomst op dinsdag 5 november 2024 streeft de Ecofinraad naar een politiek akkoord over het richtlijnvoorstel BTW in het digitale tijdperk (VAT in the Digital Age/ViDA). Tijdens de vorige Ecofinraad waar ViDA op de agenda stond, in juni 2024, is geen overeenstemming bereikt over het voorstel. Een EU-lidstaat was tegen de voorgestelde verplichte platformfictie.