Het Duitse XY neemt elektriciteit af en levert dit, na een omzetting, aan haar cliënten. In een procedure over het jaar 2006 beslist de Duitse rechter dat XY hierbij het verlaagde tarief van de elektriciteitsbelasting kan toepassen. Voor het jaar 2010 stelt de Duitse fiscus dat het normale tarief moet worden toegepast. De teveel betaalde belasting wordt vervolgens teruggeven, gezien de procedure uit 2006. In 2014 verzoekt XY om een vergoeding van rente. De Belastingdienst weigert echter om rente te betalen. Daarbij is van belang dat toepassing van het verlaagde tarief facultatief is, zodat heffing van de belasting tegen het normale tarief, ook al is zij in strijd met het Duitse recht, geen schending van het EU-recht inhoudt. Dit houdt dan ook weer in dat de jurisprudentie van het Hof van Justitie EU over de verplichting tot terugbetaling van de te veel betaalde belasting met rente niet van toepassing is. De Duitse rechter stelt een prejudiciële vraag in deze zaak.
Advocaat-generaal Szpunar concludeert dat de Duitse Belastingdienst geen rente hoeft te betalen in verband met de ten onrechte betaalde elektriciteitsbelasting. Dit geldt omdat de onjuiste vaststelling het gevolg is van de niet-toepassing van een verlaagd belastingtarief. Verder is van belang dat dit verlaagde belastingtarief gold op grond van een facultatieve machtiging. Een en ander geldt niet wanneer de niet-terugbetaling leidt tot schending van het beginsel van gelijke behandeling. Het is aan de nationale rechter om na te gaan of daar sprake van is.
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Europees belastingrecht
Instantie: Hof van Justitie van de Europese Unie (Advocaat-Generaal)
Editie: 13 mei