De Hoge Raad oordeelt dat bij terugwijzing - voor de beoordeling of de redelijke termijn voor de behandeling van het bezwaar en beroep is overschreden - niet opnieuw een termijn van twee jaren gaat lopen.

X gaat in hoger beroep tegen een uitspraak van Rechtbank Zeeland-West-Brabant van 17 april 2014. Hof 's-Hertogenbosch doet vervolgens uitspraak op 15 april 2016. Het hof wijst hierbij de zaak terug naar de inspecteur. Die doet op 26 augustus 2016 uitspraak. X gaat weer in beroep, waarop de rechtbank op 25 oktober 2017 uitspraak doet. De rechtbank kent hierbij een immateriële schadevergoeding toe aan X, omdat de redelijke termijn voor de behandeling van het bezwaar en beroep is overschreden. De Staat is het daar niet mee eens en gaat in hoger beroep. Hof 's-Hertogenbosch oordeelt dat bij terugwijzing in beginsel - voor de beoordeling of de redelijke termijn voor de behandeling van het bezwaar en beroep is overschreden - moet worden uitgegaan van een termijn van twee jaren voor de behandeling van het bewaar en beroep. Het hof overweegt daarbij dat bij terugwijzing in de meeste gevallen het geschil weer in volle omvang voorligt en dat in beginsel opnieuw van een termijn van twee jaren voor de behandeling van het bezwaar en beroep moet worden uitgegaan. Nu deze termijn niet is overschreden, heeft X geen recht op een immateriële schadevergoeding.

De Hoge Raad oordeelt dat bij terugwijzing - voor de beoordeling of de redelijke termijn voor de behandeling van het bezwaar en beroep is overschreden - niet opnieuw een termijn van twee jaren gaat lopen. Volgens de Hoge Raad geldt in zulke zaken als uitgangspunt dat de berechting in eerste aanleg niet binnen een redelijke termijn heeft plaatsgevonden als het totale tijdsverloop in deze fase langer heeft geduurd dan twee jaren. Hierbij wordt het totale tijdsverloop gevormd door de optelsom van het tijdsverloop van de fase vóór terugwijzing en van de fase na terugwijzing. Het gelijk is aan X. De Hoge Raad bevestigt de uitspraak van de rechtbank.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Algemene wet bestuursrecht 8:73

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Bronbelasting

Instantie: Hoge Raad

Editie: 25 november

14

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen