Hof Amsterdam oordeelt dat toekenning van een immateriëleschadevergoeding (ISV) voor een ongegrond beroep enkel een vergoeding van extra kosten in verband met het ISV-verzoek rechtvaardigt.
X CV gaat in beroep tegen een naheffingsaanslag motorrijtuigenbelasting en een besluit tot afwijzing van een dwangsom. Rechtbank Noord-Holland verklaart het beroep ongegrond, maar kent wel een ISV toe van € 1000. In hoger beroep stelt X CV dat zij ook recht heeft op een proceskostenvergoeding.
Hof Amsterdam oordeelt dat toekenning van een ISV in een ongegrond beroep enkel een vergoeding van extra kosten in verband met het ISV-verzoek rechtvaardigt. Kosten die ongeacht het ISV-verzoek voor de behandeling van het beroep zijn gemaakt en die vanwege de ongegrondheid van het beroep in beginsel ‘verloren’ zijn, blijven buiten beschouwing. Anders wordt in wezen onder de vlag van een kostenvergoeding een aanvullende schadevergoeding toegekend. Voor zover al extra kosten zijn gemaakt door X CV voor het ISV-verzoek, dan zijn dat geen kosten die voor vergoeding in aanmerking komen nu haar gemachtigde geen beroepsmatige rechtsbijstand verleent. De klacht van X CV over wettelijke rente slaagt wel, zodat de uitspraak van de rechtbank op dit punt wordt aangevuld. Het hoger beroep is verder ongegrond en de overige beslissingen van de rechtbank blijven in stand.
Wetsartikelen:
Algemene wet bestuursrecht 8:75
Instantie: Hof Amsterdam
Rubriek: Fiscaal bestuurs(proces)recht
Editie: 5 februari
Informatiesoort: VN Vandaag
Uitsluiting Nieuwsbrief: Uitsluiting Nieuwsbrief