Hof ’s-Hertogenbosch oordeelt dat de inspecteur bij toepassing van de compensatieregeling terecht geen rekening houdt met de Belgische RSZ-premies. De te veel toegekende compensatie in de inkomstenbelasting mag hij echter niet compenseren met de teruggaaf premieheffing.

X woont in 2016 in Nederland en is werkzaam in Nederland en België. Vanaf 1 augustus 2016 is X vrijgesteld van premieplicht voor de AOW/ANW en Wlz/Zvw. In zijn aangifte inkomstenbelasting 2016 verzoekt X om aftrek ter voorkoming van dubbele belasting van het Belgisch loon en om toepassing van de compensatieregeling voor Nederlandse grensarbeiders. In hoger beroep is in geschil of de Belgische premies van de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid (RSZ) meetellen als ingehouden premies volksverzekeringen voor de compensatieregeling.

Hof ’s-Hertogenbosch oordeelt in navolging van de rechtbank dat de inspecteur bij toepassing van de compensatieregeling terecht geen rekening houdt met de Belgische premies RSZ. De RSZ-premies zijn werknemersverzekeringen en dus niet vergelijkbaar met de Nederlandse volksverzekeringen. De compensatieregeling compenseert Nederlandse grensarbeiders voor hogere Belgische belasting en premies, door het verschil aan te merken als ingehouden loonbelasting. De inspecteur mag de te veel toegekende compensatie niet compenseren met de teruggaaf premieheffing. Het hoger beroep van de inspecteur is ongegrond.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Verdrag tussen het Koninkrijk der Nederlanden en het Koninkrijk België tot het vermijden van dubbele belasting en tot het voorkomen van het ontgaan van belasting inzake belastingen naar het inkomen en naar het vermogen 27

Instantie: Hof 's-Hertogenbosch

Rubriek: Internationaal belastingrecht, Premieheffing

Editie: 13 december

Informatiesoort: VN Vandaag

14

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen