Rechtbank Gelderland oordeelt dat X bv overdrachtsbelasting is verschuldigd ter zake van de verkrijging van het aandeel in het vermogen van beleggingsmaatschap E. X bv verkrijgt namelijk zowel de juridische als de economische eigendom en niet alleen maar de economische eigendom.
D levert op 14 december 2015 zijn 25/100ste aandeel in het vermogen van beleggingsmaatschap E aan belanghebbende, X bv. Hieraan is de gerechtigheid tot een zelfde breuk in een aantal beleggingspanden gekoppeld. Volgens X bv is sprake van een overlap tussen artikel 2 lid 1 van de WBR en artikel 2 lid 3 van de WBR en dient het Scheepjeshofarrest (V-N 2004/55.28) te worden toegepast. X bv is dan geen overdrachtsbelasting verschuldigd.
Rechtbank Gelderland oordeelt dat X bv overdrachtsbelasting is verschuldigd ter zake van de verkrijging van het aandeel in het vermogen van beleggingsmaatschap E. X bv verkrijgt namelijk zowel de juridische als de economische eigendom. X bv is de overdrachtsbelasting verschuldigd op grond van art. 2 lid 1 WBR. De leden 2 en 3 van dat artikel zijn dan niet van toepassing. Omdat X bv ook de juridische eigendom heeft verkregen, is het Scheepjeshofarrest niet analoog toepasbaar. In het Scheepjeshofarrest werd immers alleen de economische eigendom overgedragen. Het gelijk is aan de inspecteur.
Lees ook het thema Onroerendezaakrechtspersonen in de overdrachtsbelasting
Wetsartikelen:
Wet op belastingen van rechtsverkeer 2
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Belastingen van rechtsverkeer
Instantie: Rechtbank Gelderland
Editie: 17 augustus