X bv is sinds 1 januari 2011 eigenaar van een kavel met daarop kantoorgebouwen. X bv heeft deze onroerende zaak aangekocht voor € 8.750.000 vermeerderd met € 1.662.500 btw. Op 1 januari 2013 zijn de opstallen gesloopt. In geschil is de WOZ-waarde 2013 naar de toestandsdatum 1 januari 2013. De heffingsambtenaar verdedigt een waarde van € 10.093.000.
Hof Arnhem-Leeuwarden oordeelt dat de door X bv betaalde aankoopprijs als basis kan dienen voor de bepaling van de WOZ-waarde. Het hof volgt partijen in hun gezamenlijke standpunt dat voor de waardering moet worden uitgegaan van de toestand op 1 januari 2013, dus na de sloop van de opstallen. Deze sloop en de sanering van de bodemverontreiniging en het aanwezige asbest, acht het hof in navolging van de heffingsambtenaar een waardevermeerderende omstandigheid. Deze waardevermeerdering compenseert de waardevermindering als gevolg van het tijdsverloop tussen aankoop en peildatum. Nu de WOZ-waarde verder € 319.500 lager is vastgesteld dan de eigen aankoopprijs, is met de waardevermindering tussen aankoop en peildatum voldoende rekening gehouden. X bv heeft niet aannemelijk gemaakt dat de eigen aankoopsom te hoog was en daarom niet bruikbaar voor de WOZ-waardering. Zij heeft haar stelling dat zij te veel heeft betaald om een strop op verstrekte leningen te voorkomen niet aannemelijk gemaakt.
Wetsartikelen:
Wet waardering onroerende zaken 17
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Waardering onroerende zaken
Instantie: Hof Arnhem-Leeuwarden
Editie: 4 augustus