X is eigenaar van een twee-onder-een-kap woning met een garage uit het bouwjaar 1956. De WOZ-waarde 2018 is gesteld op € 581.000. X stelt dat de waarde van de woning ten hoogste € 534.000 is.
Rechtbank Noord-Holland oordeelt dat WOZ-waarde niet te hoog is vastgesteld. Ter onderbouwing van de waarde verwijst de heffingsambtenaar naar het taxatierapport. Er zijn verschillen tussen de vergelijkingsobjecten en de onroerende zaak, maar bij de waardebepaling is daar voldoende rekening mee gehouden. Bij de WOZ-waardering zijn twee goed vergelijkbare woningen gebruikt, een derde woning kan daarom uit de vergelijking worden weggelaten. Het beroep van X is ongegrond.
Wetsartikelen:
Wet waardering onroerende zaken 16
Wet waardering onroerende zaken 17
Wet waardering onroerende zaken 22
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Waardering onroerende zaken
Instantie: Rechtbank Noord-Holland
Editie: 1 september