Hof Arnhem-Leeuwarden oordeelt dat de inspecteur aannemelijk maakt dat geen sprake is geweest van begunstigend beleid. Dat niet iedere inhoudingsplichtige even streng wordt gecontroleerd, vloeit voort uit doelmatigheidsafwegingen bij de inzet van de beperkte controlecapaciteit. De Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie niet-ontvankelijk.
De werknemers van X bv volgen in de periode 2010-2013 een scholingstraject tot marketingmedewerker. De medewerkers hebben hiervoor een schoolverklaring van F ontvangen. X bv claimt in haar LB-aangiften de afdrachtvermindering onderwijs. Naar aanleiding van een boekenonderzoek legt de inspecteur naheffingsaanslagen LB op aan X bv. Volgens de inspecteur heeft X bv namelijk geen recht op de afdrachtvermindering onderwijs. Rechtbank Gelderland verwerpt de stelling van X bv dat de schoolverklaringen moeten worden gelijkgesteld met een (deel)certificaat, waaruit blijkt dat de werknemers de opleiding hebben gevolgd. Zij kunnen namelijk niet worden gelijkgesteld met een certificaat of een diploma in de zin van de WEB. In hoger beroep voert X bv aan dat bij de uitvoering van de WVA sprake is geweest van niet-gepubliceerd begunstigend beleid van de inspecteur.
Hof Arnhem-Leeuwarden (V-N 2021/34.1.3) oordeelt dat de inspecteur aannemelijk maakt dat geen sprake is geweest van begunstigend beleid. Dat iedere inhoudingsplichtige niet met dezelfde mate van indringendheid door de inspecteur wordt gecontroleerd, vloeit voort uit een in beginsel aan de inspecteur voorbehouden doelmatigheidsafweging bij de inzet van zijn beperkte controlecapaciteit. Voor de conclusie dat X bv intensiever dan andere inhoudingsplichtigen op formele of materiële voorwaarden is gecontroleerd, ontbreekt elke grond. Het gelijk is aan de inspecteur. X bv gaat in cassatie, maar legt geen toereikende volmacht over. De Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie niet-ontvankelijk.
Wetsartikelen:
Wet vermindering afdracht loonbelasting en premie voor de volksverzekeringen 14
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Loonbelasting, Fiscaal bestuurs(proces)recht
Instantie: Hoge Raad
Editie: 16 september